In november 1670 verscheen het pamflet Poëtae
Heautontumorumenoi, of,
Penne-krygh tusschen de Reformateurs der Poëzy, en E.B.I.S.K.A. Er was toen
al een jaar lang een felle polemiek gaande tussen een aantal
Schouwburgregenten, aangevuld met auteurs van wie de toneelstukken op de
Schouwburg in première gingen (E.B.I.S.K.A.), en het gezelschap dat onder het
motto Nil Volentibus Arduum alternatieve bewerkingen van de op de
Schouwburg opgevoerde stukken produceerde ten einde de wereld te laten zien hoe
het beter kon (de Reformateurs). Het pamflet kwam uit ná de verschijning van
het anonieme toneelstuk De Griekse Antigóne, met een door N.N ondertekend Bericht aan alle beminnaars der poëzy, waarin het beleid van de
Schouwburgregenten wordt verdedigd. Ook bevatte deze uitgave een Nabericht
op het Dichtkunstigh Onder zoek gestelt achter de nagerijmde Oroondates en
Statira, ondertekend door
E.B.I.S.K.A. Hierin gingen de auteurs, die zich achter deze letters
verzamelden, in de aanval door op hun beurt fouten in het werk van Nil-auteurs
aan te wijzen. Het pamflet verscheen echter vóór de verschijning van het Antwoordt
op het Voor- en Nabericht, by de Antigone gevoegt door N.N. en E.B.I.S.K.A,
dat in november 1670 verscheen. Hierin wijst Nil overigens ten onrechte Thomas Asselijn
aan als de enige auteur die zich achter E.B.I.S.K.A. en N.N. verschuilt. Op dit
antwoord van Nil wordt wel ingegaan in het in januari 1671 verschenen pamflet Nieuwe-Jaers-gift, aen Nil volentibus arduum,
en E.B.I.S.K.A. Dit pamflet kan worden beschouwd als een vervolg op Poëtae
Heautontumorumenoi, maar is zeker
niet van dezelfde auteur.
De auteur van de Penne-krygh
geeft op verschillende plaatsen in de tekst er blijk van, dat hij de betrokken
ruziënde dichters, zowel die van de Schouwburg (E.B.I.S.K.A) als hun
tegenstanders (Nil Volentibus Arduum) door en door kent. De literatuur van zijn
tijd kent hij zo goed dat hij vaak vernietigend commentaar kan leveren op de
pennenvruchten van de door hem behandelde dichters. De auteur van de Nieuwe-Jaers-gift is eveneens goed op de
hoogte van de situatie en kent de dichters goed, maar hij is minder inhoudelijk
en speelt meer op de man.
De pamfletten zijn nu verschenen op de website van Ceneton, uitgegeven met een inleiding en commentaar en woordverklaringen door Marja
Geesink met medewerking van Anton Bossers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten