donderdag 28 juni 2018

Ruzie op de Amsterdamse Schouwburg


In november 1670 verscheen het pamflet Poëtae Heautontumorumenoi, of, Penne-krygh tusschen de Reformateurs der Poëzy, en E.B.I.S.K.A. Er was toen al een jaar lang een felle polemiek gaande tussen een aantal Schouwburgregenten, aangevuld met auteurs van wie de toneelstukken op de Schouwburg in première gingen (E.B.I.S.K.A.), en het gezelschap dat onder het motto Nil Volentibus Arduum alternatieve bewerkingen van de op de Schouwburg opgevoerde stukken produceerde ten einde de wereld te laten zien hoe het beter kon (de Reformateurs). Het pamflet kwam uit ná de verschijning van het anonieme toneelstuk De Griekse Antigóne, met een door N.N ondertekend Bericht aan alle beminnaars der poëzy, waarin het beleid van de Schouwburgregenten wordt verdedigd. Ook bevatte deze uitgave een Nabericht op het Dichtkunstigh Onder zoek gestelt achter de nagerijmde Oroondates en Statira, ondertekend door E.B.I.S.K.A. Hierin gingen de auteurs, die zich achter deze letters verzamelden, in de aanval door op hun beurt fouten in het werk van Nil-auteurs aan te wijzen. Het pamflet verscheen echter vóór de verschijning van het Antwoordt op het Voor- en Nabericht, by de Antigone gevoegt door N.N. en E.B.I.S.K.A, dat in november 1670 verscheen. Hierin wijst Nil overigens ten onrechte Thomas Asselijn aan als de enige auteur die zich achter E.B.I.S.K.A. en N.N. verschuilt. Op dit antwoord van Nil wordt wel ingegaan in het in januari 1671 verschenen pamflet Nieuwe-Jaers-gift, aen Nil volentibus arduum, en E.B.I.S.K.A. Dit pamflet kan worden beschouwd als een vervolg op Poëtae Heautontumorumenoi, maar is zeker niet van dezelfde auteur.

De auteur van de Penne-krygh geeft op verschillende plaatsen in de tekst er blijk van, dat hij de betrokken ruziënde dichters, zowel die van de Schouwburg (E.B.I.S.K.A) als hun tegenstanders (Nil Volentibus Arduum) door en door kent. De literatuur van zijn tijd kent hij zo goed dat hij vaak vernietigend commentaar kan leveren op de pennenvruchten van de door hem behandelde dichters. De auteur van de Nieuwe-Jaers-gift is eveneens goed op de hoogte van de situatie en kent de dichters goed, maar hij is minder inhoudelijk en speelt meer op de man.


De pamfletten zijn nu verschenen op de website van Ceneton, uitgegeven met een inleiding en commentaar en woordverklaringen door Marja Geesink met medewerking van Anton Bossers.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten