In de vorige bijdrage is
betoogd dat de oorzaak van de ondergang van Johannes van den Bergh als uitgever
niet kon liggen aan het feit dat hij door het collectief Nil Volentibus Arduum
de laan uit was gestuurd. De argumenten die hiervoor waren gegeven waren niet
valide. Het zal eerder het gevolg zijn geweest van zijn drankzucht. Zoals
Hekman ook al opmerkt laat Arnoldus Moonen, neef van Johanna Wastelier, in 1670
een bruiloftdicht om waarschijnlijk die reden bij een ander verschijnen. Hier volgen nog enige aanvullingen
op Hekmans artikel.[1]
Van
den Bergh zou na 1670 niets meer uitgeven. Op 29 juli 1670 verscheen de laatste
advertentie in de Oprechte Haerlemse
Courant, waarin twee uitgaven van hem werd aangekondigd: Points fondamenteaux de la vie vraimant
Christiene van Jean de Labadie en Ken
teeckenen van de Weder geboorte van H. Schluter. De advertentie voor deze
uitgaven werd ook in de Ordinaris
Dingsdaegsche Courant, no. 30 van 29 juli 1670 geplaatst. Op 20 april 1671
hield Van den Bergh een boekverkoping, waarbij zijn fonds vermoedelijk zal zijn
opgekocht door andere boekhandelaars. Dit zou tegelijkertijd inhouden dat hij
uit het boekhandelaarsgilde zou worden uitgeschreven en daarna geen
boekhandelaar meer kon worden.[2] Hij
bleef zeer waarschijnlijk wel in het bezit van enige handschriften van W.G. van Focquenbroch. In april 1674 had hij crediteuren achter zich aan
en zat dus zwaar in geldnood.[3] Om
aan geld te komen zou hij wel eens er toe over kunnen zijn gegaan het
handschrift van Focquenbrochs onvoltooide toneelstuk Min in’t lazarus-huys, dat hij in 1669 aan Nil had aangeboden te
verkopen.[4] Hij
vond dan een koper in Jacob Vinckel, bij wie het stuk nog in 1674 zou
verschijnen.
J. Wasteliers 1678 |
Johanna Wasteliers 1680 |
Zijn
vrouw, Johanna Wasteliers, van wie hij vanaf 1676 gescheiden leefde[5], zou
van 1676 tot 1680 zijn doorgegaan met het drukken van theologische werkjes. Van Eeghen schrijft deze uitgaven echter toe
aan Jean Wasteliers (1644-?), en kent alleen drukken uit 1679 en 1680.[6]
Alblas schrijft in navolging van Van Eeghen het merendeel van deze
drukken ook aan hem toe.[7] Maar
twee in 1680 verschenen boeken zet hij op naam van Johanna.[8] Op
deze titelpagina’s stond haar naam voluit. Op de overige uitgaven is de naam
‘J. Wasteliers’. Ook prijkt op de titelpagina van de beide uitgaven met
‘Johanna Wasteliers’ hetzelfde vignet met de spreuk Haec muta loquuntur. Laur. Cost. als op de uitgaven van Johannes van
den Bergh, dit in tegenstelling tot de drukken met ‘J. Wasteliers’. De druk uit 1679 van Jacobus Koelmans Twintig zonderlinge exempelen,
waar een plakkertje met Van den Bergh op was geplakt, geeft ook slechts ruimte
voor ‘J. Wasteliers’ in het adres. De STCN stelt alle uitgaven op naam van
Johanna. Maar er moet toch een verklaring zijn voor het gebruik van twee
verschillende namen. Het ligt dan voor de hand dat we hier inderdaad met twee
verschillende personen te maken hebben op hetzelfde adres.
De
Wasteliers, afkomstig uit de kring van de Waalse kerk, specialiseerden zich in
devote, piëtistische en puriteinse boeken. Het wereldse fonds van Van den
Bergh, zoals de werken van Focquenbroch, zetten zij niet voort. Op 30 oktober
1680 wordt Johanna begraven. Van Jean heb ik zijn sterfjaar niet kunnen vinden.
Misschien overleed hij in 1680, nog vóór Johanna, die daarna de uitgeverij
alleen voortzette. Of wellicht droogde met de dood van Johanna het
bedrijfskapitaal op en stopte de uitgeverij om die reden.
In
1681 komt Johannes van den Bergh nog een keer voor als schuld hebbend aan de
toen in liquidatie zijnde uitgeverij van Daniel Elsevier, helaas zonder dat het
bedrag wordt genoemd.[9] Hij
zou op 28 december 1690 worden begraven.[10]
[1] Bauke Hekman, ‘Een stand
van zaken: Johannes van den Bergh (1640-1690), leven en werk.’In: Fumus 13 (2015),
p 46.
[2] I.H. van Eeghen, De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. V-1 De
boekhandel van de Republiek 1572-1795. Amsterdam, 1678, p. 243.
[3] Hekman 2015, p. 48.
[4] Zie het vorige blog.
[5] Hekman 2015, p. 49.
[6] I. H. van Eeghen, De Amsterdamse
boekhandel 1680-1725. IV. Gegevens
over de vervaardigers, hun internationale relaties en de uitgaven N-W,
papierhandel, drukkerijen en boekverkopers in het algemeen. Amsterdam,
1967, p. 167-168. Op p. 198 staat het volgende vermeld: J. Wasteliers behoorde
in okt. 1678 tot de 96 gildeleden, die het rekwest tegen het omlopen en
nadrukken tekenden.
[7] J.B.H.
Alblas, Johannes Boekholt (1656-1693).
The first Dutch publisher of John Bunyan
and other English authors. With
a descriptive bibliography of his publication. Met een samenvatting in het
Nederlands. Nieuwkoop, 1987, p. 167-169.
[8] Alblas 1987, p. 120.
[9] I.H. van Eeghen, De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. III. Gegevens over de vervaardigers, hun
internationale relaties en de uitgaven A-M. Amsterdam, 1965, p. 113 en 119.
[10] Stadsarchief Amsterdam, DTB 1229, p.100 en
p.101. Archief van de Burgerlijke Stand: doop-, trouw- en begraafboeken van
Amsterdam (retroacta van de Burgerlijke Stand). Begraafregisters voor 1811:
NL-SAA-10825162.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten